Lezingen en Evangelie oktober november
Zaterdag 30 september en zondag 1 oktober 2023 A-jaar
26e zondag door het jaar.
Eerste lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Filippi 2,1-11
Broeders en zusters,
Als vermaning in Christus en liefdevolle bemoediging
iets vermogen,
als gemeenschap van Geest,
als hartelijkheid en mededogen u iets zeggen,
maakt dan mijn vreugde volkomen
door uw eenheid van denken,
uw eenheid in de liefde,
uw saamhorigheid en eensgezindheid.
Geeft niet toe aan partijzucht en ijdelheid,
maar acht in ootmoed de ander hoger dan uzelf.
Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen,
maar liever die van zijn naasten.
Die gezindheid moet onder u heersen
welke Christus Jezus bezielde:
(Hij die bestond in goddelijke majesteit,
heeft zich niet willen vastklampen
aan de gelijkheid met God.
Hij heeft zichzelf ontledigd
en het bestaan van een slaaf op zich genomen.
Hij is aan de mensen gelijk geworden.
En als mens verschenen
heeft Hij zich vernederd
door gehoorzaam te worden tot de dood,
tot de dood aan een kruis.
Daarom heeft God Hem hoog verheven
en Hem de naam verleend
die boven alle namen is.
Opdat bij het noemen van zijn naam
zich iedere knie zou buigen
in de hemel, op aarde en onder de aarde,
en iedere tong zou belijden
tot eer van God, de Vader:
Jezus Christus is de Heer.)
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 21,28-32
In die tijd zei Jezus
tot de hogepriesters en de oudsten van het volk:
“Wat denkt ge van het volgende?
Een man had twee zonen.
Hij ging naar de eerste toe en zei:
Mijn zoon, ga vandaag werken in mijn wijngaard.
“Goed vader” – antwoordde deze- maar hij deed het niet.
Toen ging hij naar de tweede en zei hetzelfde.
Deze antwoordde: “Neen, ik wil niet”,
maar later kreeg hij spijt en ging toch.
Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan ?”
Zij antwoordden: “de laatste!.
Toen zei Jezus hun:
“Voorwaar, Ik zeg u:
de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen.
Johannes kwam tot u en beoefende de gerechtigheid;
toch hebt gij hem geen geloof geschonken,
terwijl de tollenaars en de ontuchtige vrouwen
hem wel geloof schonken.
Maar zelfs, nadat ge dit hadt gezien,
zijt ge toch niet tot inkeer gekomen
en hebt ge hem geen geloof geschonken!
Zaterdag 7 en zondag 8 oktober 2023 a-jaar
27e zondag door het jaar
Eerste lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Filippi
Broeders en zusters,
Weest onbezorgd.
Laat al uw wensen bij God bekend worden
in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging.
En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat,
zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.
Ten slotte, broeders en zusters,
houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is,
al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein,
beminnelijk en aantrekkelijk,
op al wat deugd heet en lof verdient.
En brengt in praktijk wat u geleerd is en overgeleverd,
en wat gij van mij hebt gehoord en gezien.
Dan zal de God van vrede met u zijn.
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 21,33-43
In die tijd sprak Jezus
tot de hogepriesters en de oudsten van het volk:
“Luistert naar deze gelijkenis:
Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde;
hij zette er een heining omheen,
hakte een wijnpers erin uit en bouwde een wachttoren.
Daarop verpachtte hij hem aan wijnbouwers
en vertrok naar den vreemde.
Toen de tijd van de oogst gekomen was,
zond hij zijn dienaren naar de wijnbouwers
om de opbrengst in ontvangst te nemen.
Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast.
Zij mishandelden de een, doodden de ander
en stenigden een derde.
Daarop zond hij andere dienaren, talrijker dan de eersten;
maar zij behandelden hen op dezelfde manier.
Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe,
in de veronderstelling dat zij zijn zoon wel zouden ontzien.
Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen,
zeiden ze onder elkaar:
“Dat is de erfgenaam;
vooruit, laten we hem vermoorden
en ons zijn erfenis toeëigenen.”
Ze grepen hem vast,
wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem.
Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt,
wat zal hij dan wel met die wijnbouwers doen?”
Ze antwoordden Hem:
“Hij zal die misdadigers een ellendige dood doen sterven
en zijn wijngaard
zal hij aan andere wijnbouwers verpachten,
die hem de opbrengst
op de vastgestelde tijd zullen afdragen!”
Toen sprak Jezus tot hen:
“Hebt gij nooit in de Schrift gelezen:
De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd,
is juist de hoeksteen geworden.
Op last van de Heer is dat gebeurd
en het is wonderbaar in onze ogen.
Daarom zeg Ik u:
Het Rijk Gods zal u ontnomen worden
en gegeven aan een volk
dat wel de vruchten daarvan opbrengt.”
Zaterdag 14 en zondag 15 oktober 2023 A-jaar
28e zondag door het jaar.
Eerste lezing uit de Profeet Jesaja 25,6-1Oa
In die dagen zal de HEER van de hemelse machten
op de berg Sion voor alle volken
een maaltijd aanrichten,
een maaltijd van vette spijzen
en van belegen wijnen,
een maaltijd van vette, mergrijke spijzen
en van geklaarde, belegen wijnen.
Op deze berg zal Hij de sluier verscheuren
die ligt over alle volkeren,
en het floers dat alle naties bedekt.
Hij zal de dood voor eeuwig vernietigen
en van alle aangezichten zal Hij, de HEER,
de tranen wissen.
Hij zal de smaad van zijn volk
wegnemen van de gehele aarde.
Ja, zo heeft de HEER het besloten!
Op die dag zal men zeggen:
“Dat is onze God, op wie wij hoopten:
Hij heeft ons gered !
Dat is de HEER, op wie wij vertrouwden:
laat ons jubelen en ons verheugen
om de redding, die Hij ons gebracht heeft!
Ja, de hand van de HEER
zal rusten op deze berg!”
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 22,1-14 of 22,1-10
In die tijd nam Jezus het woord en sprak opnieuw in gelijkenissen
tot de hogepriesters en de oudsten van het volk.
Hij zei:
“Het Rijk der hemelen gelijkt op een koning
die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon.
Hij stuurde zijn dienaars uit om allen te roepen
die hij tot de bruiloft had uitgenodigd,
maar zij wilden niet komen.
Daarop zond hij andere dienaars met de opdracht:
Zegt aan de genodigden:
“Zie ik heb mijn maaltijd klaar,
mijn ossen en het gemeste vee zijn geslacht;
alles staat gereed.
Komt dus naar de bruiloft”.
Maar zonder er zich om te bekommeren gingen zij weg,
de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken.
De overigen grepen zijn dienaars vast,
mishandelden en doodden hen.
Nu ontstak de koning in toorn,
stuurde zijn troepen en liet de moordenaars ombrengen
en hun stad in brand steken.
Toen sprak hij tot zijn dienaars:
“Het bruiloftsmaal staat klaar,
maar de genodigden waren het niet waard.
Gaat dus naar de kruispunten der wegen
en nodigt wie ge er maar vindt, tot de bruiloft”.
Zijn dienaars gingen naar de wegen
en brachten allen mee die zij er aantroffen,
slechten zowel als goeden,
en de bruiloftszaal liep vol met gasten.
(Toen nu de koning binnenkwam om de aanliggenden te bezoeken,
merkte hij daar iemand op
die niet voor de bruiloft gekleed was.
En hij sprak tot hem:
“Vriend, hoe zijt gij hier binnengekomen
zonder bruiloftskleed?”
Maar de man bleef het antwoord schuldig.
Toen sprak de koning tot de bedienden:
“Bindt hem aan handen en voeten
en werpt hem buiten in de duisternis.
Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren.”)
Zaterdag 21 en zondag 22 oktober 2023 A-jaar
29e zondag door het jaar
Eerste lezing uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica 1,1-5b
Van Paulus, Silvánus en Timóteüs
aan de christengemeente van Tessalonica,
die is in God de Vader en de Heer Jezus Christus.
Genade voor u en vrede!
Wij zeggen God dank voor u allen,
telkens wanneer wij uw naam noemen in onze gebeden.
Onophoudelijk gedenken wij
voor het aanschijn van God, onze Vader,
uw werkdadig geloof, uw onvermoeibare liefde
en uw standvastige hoop op onze Heer Jezus Christus.
Wij weten, broeders en zusters, dat God u liefheeft
en dat gij door Hem zijt uitverkoren,
want wij hebben u het evangelie verkondigd,
niet alleen met woorden
maar met kracht en heilige Geest en volle overtuiging.
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 22,15-21
In die tijd gingen de Farizeeën onder elkaar beraadslagen
hoe ze Jezus in zijn eigen woorden konden vangen.
Zij stuurden hun leerlingen met de Herodianen op Hem af
met de vraag:
“Meester, wij weten dat Gij oprecht zijt
en de weg van God in oprechtheid leert;
Gij stoort U aan niemand,
want Gij ziet de mensen niet naar de ogen.
Zeg ons daarom:
Wat dunkt U, is het geoorloofd
belasting te betalen aan de keizer of niet?”
Maar Jezus doorzag hun valsheid en zei:
“Waarom probeert gij Mij te vangen, gij huichelaars?
Laat Mij de belastingmunt eens zien”
Zij hielden Hem een geldstuk voor.
Hij vroeg hun:
“Van wie is deze beeldenaar en het opschrift?”
Zij antwoordden:
“Van de keizer.”
Daarop sprak Hij tot hen:
“Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt,
en aan God wat God toekomt.”
Zaterdag 28 en zondag 28 oktober 2023 A-jaar
Allerheiligen/Allerzielen
Eerste lezing uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes 7,2-414.9-
Ik, Johannes, zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon
met het zegel van de levende God.
En hij riep met luide stem tot de vier engelen
aan wie macht gegeven was
schade toe te brengen aan de aarde en de zee:
“Brengt geen schade toe aan de aarde
noch aan de zee noch aan de bomen
voordat wij de dienstknechten van onze God
met het zegel op hun voorhoofd getekend hebben.”
En ik vernam het aantal getekenden:
honderdvierenveertigduizend waren er
uit alle stammen van de kinderen van Israël.
Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon,
uit alle rassen en stammen en volken en talen.
Zij stonden voor de troon en voor het Lam,
gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand.
En zij riepen allen luid:
“Aan onze God die op de troon is gezeten
en aan het Lam behoort de overwinning!”
En al de engelen stonden rondom de troon,
de oudsten en de vier dieren,
en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon
en zij aanbaden God, zeggend:
“Amen!
Lof en heerlijkheid en wijsheid en dank,
eer en macht en sterkte
aan onze God in de eeuwen der eeuwen,
Amen!”
Toen richtte zich een van de oudsten tot mij en zei:
“Wie zijn dat in die witte gewaden
en waar komen zij vandaan?”
Ik antwoordde hem:
“Heer, dat weet gij.”
Toen zei hij:
“Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking,
die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.”
Zo spreekt de Heer
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 22,34-40
In die tijd kwamen de Farizeeën bijeen, toen zij vernamen
dat Jezus de Sadduceeën de mond gesnoerd had.
En een van hen, een wetgeleerde,
vroeg Jezus om Hem op de proef te stellen:
“Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?”
Hij antwoordde hem:
“Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart,
geheel uw ziel en geheel uw verstand.
Dit is het voornaamste en eerste gebod.
Het tweede, daarmee gelijkwaardig:
Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.”
Zaterdag 4 en zondag 5 november 2023 A-jaar
31e zondag door het jaar.
Eerste lezing uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica 2,7b-9.13
Broeders en zusters,
Wij zijn zachtzinnig met u omgegaan
als een moeder die haar kinderen voedt en koestert.
We waren u zo innig genegen,
dat wij u graag met het evangelie van God
ons eigen leven hadden geschonken;
zo lief waart gij ons geworden.
Gij herinnert u toch, broeders en zusters,
onze moeite en inspanning.
Terwijl wij u het evangelie van God verkondigden,
hebben wij dag en nacht gewerkt
om maar niemand van u tot last te zijn.
En daarom danken wij God zonder ophouden,
dat gij het goddelijk woord der prediking
van ons hebt ontvangen en aanvaard,
niet als een woord van mensen,
maar als wat het inderdaad is:
het woord van God;
en het blijft werkzaam in u die gelooft.
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 23,1-12
In die tijd sprak Jezus tot het volk en tot zijn leerlingen:
“Op de leerstoel van Mozes
hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaats genomen.
Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen,
maar handelt niet naar hun werken;
want zelf handelen ze niet naar hun woorden.
Zij maken bundels van zware, haast ondraaglijke lasten
en leggen die de mensen op de schouders,
maar zelf zullen ze er geen vinger naar uitsteken.
Alles wat zij doen,
doen zij om bij de mensen op te vallen;
zij maken immers hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot,
ze zijn belust op de ereplaats bij de maaltijden
en de voornaamste zetels in de synagogen,
ze laten zich graag groeten op de markt
en willen door de mensen “rabbi” genoemd worden.
Maar gij moet u geen rabbi laten noemen.
Gij hebt maar een Meester en gij zijt allen broeders.
En noemt niemand van u op aarde “vader”;
gij hebt maar één Vader, de hemelse.
En laat u ook geen “leraar” noemen;
gij hebt maar één leraar, de Christus.
Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar zijn.
Alwie zichzelf verheft, zal vernederd
en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.”
Zaterdag 11 en zondag 12 november 2023 A-jaar
32e zondag door het jaar.
Eerste lezing uit het boek Wijsheid 6,12-16
Stralend en nooit verwelkend is de wijsheid,
gemakkelijk wordt zij aanschouwd door wie haar liefhebben,
gevonden door wie haar zoeken;
nog voor men haar begeert, heeft zij zich al bekend gemaakt.
Wie om haar vroeg opstaat, hoeft zich niet uit te sloven,
want hij zal haar vinden, zittend aan zijn deur.
Peinzen over haar getuigt van volmaakt inzicht,
en wie om haar wakker ligt, zal weldra vrij van zorg zijn.
Want zelf gaat ze rond en zoekt die haar waardig zijn,
genadig vertoont zij zich aan hen op hun wegen
en bij elk overleg treedt zij hen tegemoet.
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 25,1-13
In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis:
“Het is met het Rijk der hemelen
als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken,
de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig.
Want de dommen namen wel hun lampen mee,
maar geen olie;
de verstandigen echter namen met hun lampen
tevens kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten,
dommelden zij allen in en sliepen.
Maar midden in de nacht klonk er geroep:
“Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!”
Meteen waren al de meisjes wakker
en maakten hun lampen in orde.
De dommen zeiden tegen de verstandigen:
“Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit”.
Maar de verstandigen antwoordden:
“Neen, er mocht eens niet genoeg zijn
voor ons en jullie samen.
Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf”.
Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen
kwam de bruidegom,
en die klaar stonden,
traden met hem binnen om bruiloft te vieren;
en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden:
“Heer, heer, doe open!”
Maar hij antwoordde:
“Voorwaar, Ik zeg u: ik ken u niet”.
Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.”
Zaterdag 18 en zondag 19 november 2023 A-jaar
33e zondag door het jaar.
Eerste lezing uit het boek Spreuken 31,10-13.19-20.30-31
Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?
Haar waarde gaat uit
boven die van kostbare koralen.
Het hart van haar man vertrouwt op haar
en zijn winst zal hem niet ontgaan.
Zij brengt hem goed, geen kwaad,
alle dagen van haar leven.
Zij kiest zorgvuldig wol en linnen
en haar handen bewerken het met genoegen.
Zij strekt haar handen uit naar het spinrokken
en zij houdt de weefspoel in haar vingers.
Zij opent haar hand voor de behoeftige
en strekt haar armen uit naar de misdeelde.
Bevalligheid is bedrieglijk,
schoonheid is vluchtig,
maar een vrouw die de Heer vreest,
zij moet geprezen worden.
Roemt haar om de vrucht van haar handen
en prijst haar bij de poorten
om haar werken.
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 25,14-30 of 25,14-15.19-20
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor:
“Een man riep bij zijn vertrek naar het buitenland
zijn dienaars bij zich om hun zijn bezit toe te vertrouwen.
Aan de een gaf hij vijf talenten,
aan de ander twee, aan een derde een,
ieder naar zijn bekwaamheid.
Daarna vertrok hij.
(Die de vijf talenten gekregen had,
ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij.
Zo verdiende ook degene die er twee gekregen had,
er twee bij.
Maar die er een had gekregen,
ging een gat in de grond graven
en het geld van zijn heer verbergen.)
Een hele tijd later kwam de heer van de dienaars terug
en hield afrekening met hen.
Die de vijf talenten gekregen had,
trad naar voren
en bood nog vijf talenten aan met de woorden:
“Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd;
ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend”.
(Zijn meester sprak tot hem:
“Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over weinig waart ge trouw,
over veel zal ik u aanstellen.
Ga binnen in de vreugde van uw heer”.
Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei:
“Heer, twee talenten hebt gij me toevertrouwd;
ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend”.
Zijn meester sprak tot hem:
“Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw,
over veel zal ik u aanstellen.
Ga binnen in de vreugde van uw heer”.
Ten slotte trad ook die van een talent naar voren en zei:
“Heer, ik heb ervaren dat gij een hard mens zijt,
die oogst waar gij niet gezaaid hebt
en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid.
Daarom was ik bang
en ben uw talent in de grond gaan verbergen.
Hier hebt ge uw eigendom terug”.
Maar zijn meester gaf hem ten antwoord:
“Slechte en luie knecht,
je wist toch dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb,
en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid?
Daarom had je mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten,
dan zou ik bij mijn komst
mijn bezit met rente teruggekregen hebben.
Neemt hem dus dat talent af
en geeft het aan wie de tien talenten heeft.
Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden,
zelfs in overvloed gegeven worden;
maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden
zelfs wat hij heeft.
En werpt die onnutte knecht buiten in de duisternis;
daar zal geween zijn en tandengeknars.
Zaterdag 25 en zondag 26 november 2023 A-jaar
Hoogfeest van Christus Koning
Eerste lezing uit de Profeet Ezechiël 34,11-12.15-17
Zo spreekt God de HEER:
“Ik zoek mijn kudde op en bezoek mijn eigen schapen.
Zoals een herder omziet naar zijn kudde,
en zich onder zijn schapen begeeft wanneer ze verstrooid zijn,
zo zal Ik omzien naar mijn schapen
en ze in veiligheid brengen, hoe ver ze ook afgedwaald zijn
ten gevolge van mist en nevel.
Ik zal mijn schapen weiden, Ik zelf zal ze laten rusten,
– spreekt God de HEER-.
Het vermiste schaap ga Ik zoeken,
het verdwaalde breng Ik terug,
het gewonde verbind Ik,
het zieke geef Ik weer kracht
en het gezonde en sterke blijf Ik verzorgen.
Ik zal ze laten weiden zoals het behoort.
En gij, mijn schapen – zo spreekt God de HEER -:
Ik zal recht doen aan het ene dier tegenover het andere,
tegenover ram en bok.
Zo spreekt de Heer.
Evangelie
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 25,31-46
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid
en vergezeld van alle engelen,
dan zal Hij plaats nemen op zijn troon van glorie.
Alle volken zullen voor Hem bijeengebracht worden
en Hij zal ze in twee groepen scheiden,
zoals de herder een scheiding maakt
tussen schapen en bokken.
De schapen zal Hij plaatsen aan zijn rechterhand,
maar de bokken aan zijn linker.
Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen:
“Komt, gezegenden van mijn Vader,
en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is
vanaf de grondvesting der wereld.
Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven,
Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven,
Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen.
Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed,
Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht,
Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht”.
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen:
“Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien
en U te eten gegeven,
of dorstig en U te drinken gegeven?
En wanneer zagen wij U als vreemdeling
en hebben U opgenomen,
of naakt en hebben U gekleed?
En wanneer zagen wij U ziek of in de gevangenis
en zijn U komen bezoeken?”
De Koning zal hun ten antwoord geven:
“Voorwaar, Ik zeg u:
al wat gij gedaan hebt
voor een dezer geringsten van mijn broeders,
hebt gij voor Mij gedaan”.
En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen:
“Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur
dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten.
Want Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven.
Ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven.
Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij niet opgenomen,
naakt en hebt Mij niet gekleed.
Ik was ziek en in de gevangenis en gij zijt Mij niet komen bezoeken”.
Dan zullen ook zij antwoorden en zeggen:
“Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig
of als vreemdeling of naakt of ziek
of in de gevangenis,
en hebben wij niet voor U gezorgd ?”
Daarop zal Hij hun antwoorden:
“Voorwaar, Ik zeg u:
al wat gij niet voor een van deze geringsten hebt gedaan,
hebt gij ook voor Mij niet gedaan”.
En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf,
maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven.”