BETROKKENHEID

Goede wensen (zoals bijvoorbeeld aan het begin van een nieuw jaar) klinken hol als er geen mensen en/of middelen zijn om ze waar te maken. Zo wens ik ons een zinvol jaar toe in onze gemeenschappen die door christelijk geloof geïnspireerd zijn. Veel van wat ze zeggen, denken of doen – en laten – wordt bewust of onbewust ingegeven vanuit het christelijk gedachtegoed en normen en waarden die daaruit voortkomen.

Onze bisschop Harrie Smeets, ziet vooral nieuw leven in ons bisdom (De Limburger, 18 dec. j.l. p.10). Daarbij sprak hij over allerlei tekenen van leven, “zaaigoed”. Op 9 december heeft hij daar uitvoerig over gesproken in Rolduc – en dat heb ik gehoord want ik was erbij.

Daarbij sprak hij o.a. over de betrokkenheid van onze Jonkheden. Toen hij op 29 juni j.l. in ons Cluster was, heeft één van ónze kapiteins hem duidelijk gemaakt waar het over gaat bij de Jonkheid. In Rolduc had hij het daar, tot mijn trots, ook over! Deze betrokkenheid bij onze gemeenschappen is te zien bij onze Jonkheden.

EN ze gaat verder: heel wat mensen zetten zich in voor het goed van hen die hulp kunnen gebruiken en die van veraf komen (onze Franciscusgroep) of voor hen die bij elkaar willen komen in onze Hoeskamers. We hebben heel wat verenigingen die vaak als cement zijn in onze dorpen want ze verenigen mensen en maken blij, bijvoorbeeld met muziek. Hoeveel tijd besteden die muzikanten wel niet aan het instuderen van zang en muziek! Zo kunnen we ook ons geloof vieren: onze Eucharistievieringen, gezins- en kindervieringen, Doopsels, Vormsel, Bronk, Eerste Communie. Hoe veel mensen zetten zich hier voor wel niet in? Tijdens de voorbereiding van het Doopsel en de Eerste Communie zijn heel wat mensen betrokken bij de begeleiding van de ouders en hun kinderen.

Betekent dit dat alles koek en ei is? Als ik hier ‘ja’ op zou zeggen dan had ik mijn kop wel goed in het zand zitten! Er is nog ruimte genoeg voor verdieping in de catechese, de dienstverlening, liturgie en de gemeenschapsopbouw. Zo gauw we vinden dat we alles op een rij hebben en niets meer te verbeteren en te verdiepen hebben dan zal de achteruitgang beginnen. Als je met een bootje stroomopwaarts wilt gaan maar je roeit niet, dan ga je achteruit. Op een (roei)vijver is dat natuurlijk niet het geval. Maar daar kun je ook niet veel kanten uit.

René Graat mhm

pastoor