PAK RAMMEL
De oudere generaties onder ons kennen het misschien nog uit hun jeugd. Tegenwoordig kan dat niet meer, tenminste in de opvoeding.
Uit het nieuws weten we dat het regelmatig voorkomt. Dat jongeren of ouderen een pak slaag uitdelen, bij het uitgaan of in het verkeer. Ook hulpverleners krijgen ermee te maken. Ontzag voor hen schijnt soms plaats te hebben gemaakt voor degene die hulpverleners een pak rammel durft te geven.
Hoe komt dat toch? Vraagt menigeen zich af. Er zijn ongetwijfeld veel oorzaken aan te wijzen. We voelen aan dat er grenzen zijn aan “wat kan” en “wat mag”. Het zijn normen die uitvloeisels zijn van onze waarden. Maar het meegeven van gemeenschappelijke normen en waarden lijkt niet meer vanzelfsprekend. Het is voor iedere opvoeder een kunst om een goede balans te vinden tussen “pamperen” en temperen. Tussen kameraadschap en gezag. Tussen toegeven en grenzen stellen in de opvoeding en omgang met elkaar.
Onlangs raakte ik erover in gesprek met een vrouw. Ze zei: “Een mens zou iedere dag eens twee minuten stil moeten zijn om zichzelf onder ogen te komen en te zien: Wie ben ik? én Waar ben ik mee bezig? En om God onder ogen te komen en te vragen: “God, wie ben ik in Uw ogen?” Haar aansporing riep herkenning op met het gewetensonderzoek dat onderdeel is van de dagsluiting. En ze deed het mij voor. Het was twee minuten doodstil. Een verademing. Veel heilzamer dan een pak rammel.
Kapelaan Dassen


