Vastenbrief 2020

Broeders en zusters in Christus,

Het verhaal van de zondeval, dat als eerste zondagslezing in deze Veertigdagentijd zojuist gelezen werd, is vaak uitgebeeld. Bij de uitbeelding van de verboden vrucht kozen de kunstenaars steevast voor een appel. Daarom denken wij bij dit verhaal van de verboden vrucht aan een appel. Maar dat staat er niet. Het gaat niet om een appelboom, het gaat om de boom van kennis van goed en kwaad.

Wat hier – heel in het begin van de bijbel – als eerste zonde, als oerzonde,  als erfzonde te boek staat, is het eten van de boom van kennis van goed en kwaad. De zonde van de eerste en van elke mens is dat hij zelf wil bepalen wat goed is  en wat kwaad, wat goed voor hem is en wat hem kwaad zal doen.  Het woord erfzonde is niet uit het niets ontstaan: de verleiding om zelf te bepalen  wat goed is en wat kwaad, zit in ieder mens, ze zit in onze genen.

Dat zit in ons van jongs af aan: zet een kind een bord groente en een pot snoep voor en laat het kind zelf kiezen, dan is duidelijk wat er gebeurt. Het kind verwart dan twee begrippen met elkaar: het verwart dan iets wat lekker is met iets wat goed is.  De ouders weten doorgaans gelukkig beter en zullen het kind die keuze dan ook niet geven.

“Toen zag de vrouw dat het goed eten was van de boom, dat het een lust voor het oog was en dat het aantrekkelijk was,” hoorden we in de eerste lezing. Ze eet dan van de vrucht: de eerste mensen maken de denkfout dat wat aantrekkelijk is,  ook goed is voor hen.

We willen onze kinderen beschermen voor zulke fouten. Maar als volwassenen hebben we wel de mogelijkheid om erin te tuinen: de vrije wil die we hebben gekregen, brengt ons als mensen ertoe te denken dat we zelf kunnen bepalen  wat goed is en wat kwaad. Onze redeneringen verleiden ons ertoe te denken  dat alles wat aantrekkelijk lijkt, ook wel goed voor ons zal zijn.

Achteraf zien we vaak dat iets wat onaantrekkelijk leek, ons innerlijk wel goed  heeft gedaan. Denk maar eens aan een kind dat door zijn ouders achter de vodden wordt gezeten om zijn studie af te maken. Dat is nooit leuk op het moment zelf,  maar achteraf wordt gezegd: “Toch is het goed voor me geweest dat mijn ouders er niet mee akkoord gingen dat ik hele nachten zat te gamen.” En ook omgekeerd  zien we soms pas achteraf dat wat aantrekkelijk leek, helemaal niet zo goed  voor ons was: “Als ik het nog eens over kon doen, zou ik zeker andere keuzes hebben gemaakt. Spijt als haren op mijn hoofd.”

Dit oude Bijbelverhaal is niet een vroom fabeltje van vroeger, maar is oer-menselijk en dus ook een verhaal van onze tijd: ook wij willen zelf bepalen wat goed is en wat kwaad. Ook wij kunnen de fout maken te denken dat alles wat aantrekkelijk lijkt,  ook goed voor ons is en dat alles wat naar moeite of plicht ruikt, kwaad is.

De reclame-industrie drijft op die gedachte: dat alles wat aantrekkelijk is, ook goed is. We eten een overdosis van vruchten die aantrekkelijk lijken, van wat goed lijkt,  maar we worden erdoor op het verkeerde been gezet: we raken er immers niet door verzadigd, maar hebben altijd meer nodig. En dat geldt niet alleen voor het materiële, maar ook voor het immateriële: er zijn tv-reclames die oproepen om naast je eigen partner er nog een tweede liefde op na te houden. Het is letterlijk wat in de lezing staat: “De mens zag hoe aantrekkelijk het was ervan te eten en nam ervan.”

Aantrekkelijk misschien, maar niet goed te noemen. En wat geldt voor spullen  en voor relaties, geldt net zo goed voor rijkdom of voor macht. Sommige zaken lijken de mens goed te doen, maar laten ons uiteindelijk innerlijk verarmd, ontevreden of smerig achter.

We staan aan het begin van de Veertigdagentijd: een tijd om tot inkeer te komen.  Een goede gelegenheid om onze keuzes, onze waarden en normen te herijken  in het licht van Gods eeuwig woord. Licht van Christus dat er niet alleen is  om te laten zien waar onze keuzes verkeerd waren, maar dat er evenzeer is om ons vergeving te schenken. Licht van Christus dat juist gekomen is om onze duisternis weg te nemen, om ons te vergeven als we verkeerde keuzes maakten.

Van harte wens ik u een goede voorbereiding op Pasen toe, opdat we als mensen  in wie Christus de onschuld hersteld heeft, onze levensweg mogen vervolgen.  In die geest wens ik u allen een Zalig Pasen.

Roermond, 1e zondag van de Veertigdagentijd

+ Harrie Smeets,  bisschop van Roermond