Lezingen en Evangelie mei en juni 2023

Zaterdag 3 en zondag 4 juni 2023 A-jaar

Heilige Drie-eenheid

 

Eerste lezing uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte 13,11-13

Broeders en zusters,

Laat alles weer goed komen, neemt mijn vermaning ter harte,

weest eensgezind, bewaart de vrede,

en de God van liefde en vrede zal met u zijn.

Groet elkander met de heilige kus.

U groeten al de heiligen.

De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God

en de gemeenschap van de heilige Geest

zij met u allen. Amen.

Zo spreekt de Heer.

 

Evangelie

Uit heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 3,16-18

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus:

“Zozeer heeft God de wereld liefgehad,

dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,

opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan,

maar eeuwig leven zal hebben.

God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden

om de wereld te oordelen,

maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.

Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld,

maar wie niet gelooft, is al veroordeeld

omdat hij niet heeft geloofd

in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”

 

 

 

Zaterdag 10 en zondag 11 juni 2023 A-jaar

Sacramentsdag

 

Eerste lezing uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte 10,16-17

Broeders en zusters,

geeft niet de beker der zegeningen die wij zegenen,

gemeenschap met het Bloed van Christus?

Geeft niet het brood dat wij breken,

gemeenschap met het Lichaam van Christus?

Omdat het brood één is,

vormen wij allen één lichaam,

want allen hebben wij deel aan het ene brood.

Zo spreekt de Heer.

 

Evangelie

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 6,51-58

In die tijd zei Jezus tot de menigte der Joden:

“Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald.

Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.

Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees,

ten bate van het leven der wereld.”

De Joden geraakten daarover met elkaar aan het twisten

en zeiden:

“Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?”

Jezus sprak daarop tot hen:

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:

als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet

en zijn bloed niet drinkt,

hebt gij het leven niet in u.

Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,

heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.

Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank.

Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,

blijft in Mij en Ik in hem.

Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben

en leef door de Vader,

zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij.

Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald.

Het is niet zoals bij de vaderen, die gegeten hebben

en niettemin gestorven zijn:

wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.”

 

 

 

Zaterdag 17 en zondag 18 juni 1023 A-jaar

11e zondag door het jaar

 

Eerste lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome 5,6-11

Broeders en zusters,

Christus is voor goddelozen gestorven

op de gestelde tijd,

toen wijzelf nog geheel hulpeloos waren.

Men zal niet licht iemand vinden,

die zijn leven geeft voor een rechtvaardige,

al zou misschien iemand in een bepaald geval

dit van zich kunnen verkrijgen.

God echter bewijst zijn liefde voor ons juist hierdoor,

dat Christus voor ons is gestorven

toen wij nog zondaars waren.

Des te zekerder zullen wij,

nu wij eenmaal gerechtvaardigd zijn door zijn bloed,

dank zij Hem ontkomen aan de toorn.

Toen wij vijanden waren,

zijn wij met God verzoend door de dood van zijn Zoon;

des te zekerder zullen wij, eenmaal verzoend,

gered worden door zijn leven.

En dat niet alleen:

nu reeds juichen wij in God

door Jezus Christus onze Heer,

door wie wij de verzoening hebben ontvangen.

Zo spreekt de Heer.

 

Evangelie

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Mat. 9,36-10,8

In die tijd werd Jezus bij het zien van de menigte

door medelijden bewogen,

omdat ze afgetobd neerlagen als schapen zonder herder.

Toen sprak Hij tot zijn leerlingen:

“De oogst is wel groot,

maar arbeiders zijn er weinig.

Vraagt daarom de Heer van de oogst

arbeiders te sturen om te oogsten.”

Hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich

en gaf hun de macht

om de onreine geesten uit te drijven

en alle ziekten en kwalen te genezen.

Dit zijn de namen van de twaalf apostelen:

als eerste, Simon die Petrus wordt genoemd,

met zijn broer Andreas,

Jakobus, de zoon van Zebedeüs, met zijn broer Johannes;

Filippus en Bartolomeüs, Tomas en Matteüs de tollenaar,

Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs,

Simon de IJveraar en Judas Iskariot, die Hem verraden heeft.

Deze twaalf zond Jezus uit met de opdracht:

“Begeeft u niet onder de heidenen

en gaat niet binnen in een stad van de Samaritanen;

gij moet veeleer gaan

naar de verloren schapen van het huis van Israël.

Verkondigt op uw tocht:

Het Koninkrijk der hemelen is nabij.

Geneest zieken, wekt doden op,

reinigt melaatsen en drijft duivels uit.

Voor niets hebt gij ontvangen,

voor niets moet gij geven.”

 

 

 

Zaterdag 24 en zondag 25 juni 2023 A-jaar

12e zondag door het jaar

 

Eerste lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome 5,12-15

Broeders en zusters,

Door één mens is de zonde in de wereld gekomen

en met de zonde de dood;

en zo is de dood over alle mensen gekomen,

aangezien allen gezondigd hebben.

Er was immers reeds zonde in de wereld,

vóór de wet er was.

Maar zonde wordt niet aangerekend,

waar geen wet is.

Toch heeft de dood als koning geheerst

in de tijd van Adam tot Mozes,

dus ook over hen

die zich niet op de wijze van Adam schuldig hadden gemaakt

aan de overtreding van een gebod.

Adam nu is het beeld van Hem die komen moest.

Maar de genade van God

laat zich niet afmeten naar de misstap van Adam.

De fout van één mens bracht allen de dood,

maar God schonk allen rijke vergoeding

door de grote gave van zijn genade:

de ene mens Jezus Christus.

Zo spreekt de Heer.

 

Evangelie

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Mat. 10,26-33

In die tijd zei Jezus tot zijn apostelen:

“Weest niet bang voor de mensen.

Niets is bedekt of het zal onthuld,

niets verborgen of het zal bekend worden.

Wat Ik u zeg in het duister, spreekt dat uit in het licht,

en wat ge u in het oor hoort fluisteren,

verkondigt dat van de daken.

Weest niet bevreesd voor hen die wel het lichaam kunnen doden

maar niet de ziel;

vreest veeleer Hem

die én ziel én lichaam in het verderf kan storten in de hel.

Verkoopt men niet twee mussen voor een stuiver?

En toch zal buiten de wil van uw Vader

niet één mus op de grond vallen.

Bij u echter is zelfs ieder haar van uw hoofd geteld.

Weest dus niet bevreesd;

gij zijt toch méér waard dan een zwerm mussen.

Ieder die Mij bij de mensen belijdt,

zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is.

Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen,

hem zal ook Ik verloochenen

tegenover mijn Vader die in de hemel is.”