TOEKOMST
Op de bisdomdag van 15 oktober sprak onze bisschop Frans Wiertz over zijn toekomstvisie op de kerk in ons bisdom. Hij vergeleek haar met het Joodse volk op zijn uittocht van Egypte naar het beloofde land die 40 jaar duurde. Wat me opviel in de toespraak van de bisschop was dat er over het volk gesproken werd als een gemeenschap en niet zozeer als een organisatie. Op die reis hebben de mensen heel wat meegemaakt en zijn ze nogal wat hindernissen en moeilijkheden tegen gekomen.
Ook kwamen ze door oasen, vruchtbare plaatsen in de woestijn. Zonder die oasen is een tocht door de woestijn zowat onmogelijk omdat daar water te krijgen is en zonder water lukt het niet. Zo hebben ook wij die oasen nodig – en die zijn er: zangkoren, misdienaars, poets- en bloemsiergroepen, kerkbestuur, onderhoudsgroepen voor kerkhof en gebouwen, groepen voor hen die hulp nodig hebben, bijvoorbeeld de Franciscus groep, Jonkheid die zich inzet voor de Bronk, onze vieringen in de kerk of elders die door allerlei mensen mogelijk gemaakt worden en dan al die mensen die achter de schermen werken.
Velen uit onze geloofsgemeenschap zetten zich in voor het goed van anderen omdat ze dat willen en niet om ervoor betaald te worden. Het is goed om hier af en toe bij stil te staan en onze zegeningen te tellen. Waarom? Omdat deze mensen met hun inzet tekenen zijn van Gods liefde onder ons. Als je je hart daarvoor open zet, dan kunnen die mensen je inspireren.
Je kunt dat wel wegpraten door te zeggen: ze hebben toch niks anders te doen! Maar dat is wel heel kort door de bocht want ze zouden het ook kunnen laten. Niets en niemand verplicht hen om iets te doen voor een ander. Als die mensen goed doen, dan zou het best wel eens kunnen zijn dat ze dit doen met goede bedoelingen die God in hun hart legt.
Misschien hoeven we onze inspiratie niet zo ver te zoeken. Misschien zouden we ons minder zorgen over de toekomst maken als we nog beter om ons heen kijken naar mensen die goede voorbeelden geven – en dan die voorbeelden volgen. Ik weet dat er altijd wel wat op deze (en andere) mensen is aan te merken – maar zijn die negatieve gedachten soms geen smoesje om in je stoel te blijven zitten?
Op weg naar de toekomst zullen we wel moeten lopen. Zelf.
René Graat, mhm
pastoor